Goeroes en psy-ops

Ijsschotsenmeer

De meester staat voor de klas
en geeft aan dat het waar is
wat gebroken glas was, is nu
goud gerande heraldiek

de prediker vertelt het volk
dat de wolk straling bevat
het water super schoon en zuiver
is, ook als

vissen dood boven drijven
alles rot en dood ademt

neuzen zijn in onbruik, de kruik
is gebarsten, zwart is wit en
groen is rood, uitvergroot
de verschillen waar velen hielen likken

zich aan de tong van een straathond laven
die vol luizen, lege huizen afgaat
op zoek naar resten van leven
dat zichzelf heeft opgeheven en de

dood zingt zijn triomph

 

Waar je ook kijkt, leiders prijken
met hun eigen gelijk en spinnen garen
bij een angstig getrainde mensenmassa

was het maar Vrede
maar nee, het zwaard in de schede
heet psy-op en brengt een genocide
teweeg …

tenzij … en ieder zegt volg mij

waar je het wezen van God verliest in de wanen
van bestaande leiders zonder ziel

Opa Tekelenburg II

je startte de verbouw
van Leeuwendijk en kijkt
tevreden naar het heden
in het jaar dat je toen
ja zei tegen Maria Benjamina

Samen een boerderij langs
het spoor
met koeien, paarden, varkens
water uit je eigen bron
het kon niet op tot de crisis
en oorlog de bommen
om je oren lieten vliegen

de last van de kinderen en dogma’s
waarbij je tegen jouw passie in
een begin maakte aan een droom
die met de oorlogsstroom
in depressie geraakte

Voor Amanda

Een glinstering
op het water
waar zon verwarmt
traag bloemen laat
groeien en blad ontvouwen
we brouwen genoegzaam
modder en water tot
een stap naar voren

waarbij we van alles
achter laten
bepraten wat ons
raakt en vragen oproept

vuur smelt sneeuw en hagel
verzorgt een warme jas
maar in de pas lopen
doen we nimmer

Fictie bezwaarde

bewaar de leugens in fictie en illusie
breek het hoofd over diep verborgen feiten
verwijten hebben geen zin, want gisteren

stond ik zelf ook aan die andere zijde
deze tijden brengen zaken aan het licht die
eeuwen in het duister ondergronds waren

zij bewaren het liefst de feiten en volgen
ideeën en veronderstellingen als werkelijkheid
we hebben geen tijd meer

leven en lieven liever echt

naar de Goddelijke en natuurlijk wegen
tegen eeuwenoude wanorde en volgorde
die zich tegen ons heeft gekeerd

wordt ons nog geleerd hoe het ook kan?

Vrouwen en mannen worden
er wel recalcitrant van tot het spel
ook hier kanten kousen en witte  jurken

om een dansend ritme vouwen

 

Opa Tekelenburg

als kind wordt
hij geleend
aan een kinderloze
oom en tante
naar het Leeuwendijk

dan is het avontuurlijke
afstaan voorbij
en moet opa terug
naar het ouderlijk huis
thuiskomen ?

in mijn dromen
is de ongein en pijn
al geland in dna

ga maar na
dat gejojo
met een kind

dan met al je broers bij ma
mag je niet huwen
je moeder moet gruwen
bij het gedoe en gedrang
van zonen met vrouwen
en kinderen

bij leven te verhinderen
maar dan …

zo vader zo zoon

drie generaties op het Leeuwendijk

zo vader zo zoon
maar ongewoon
anders daar vader
zijn familie bleef zien
en respecteren

 

kop in het zand
niet willen dat je naasten
weten wat er gaande is
laat je hen ongewis
net als jezelf

 

de zoon verliest decorum
als het gaat om respect
voor het gezin van herkomst
de opkomst van verloren
verbanden, waar het hoofd
het hart verstoot

dat is het groot verlies bij Tia’s
als er dan godsdienstwaan ontstaat
gaat een gesprek verloren
in dogmatiek

 

mystiek kan dogmatiek nog zien
omgekeerd is schier onmogelijk
daar komt systemische pijn
als azijn
een wond van vele vrouwen
we verduren en transformeren

stap voor stap

Adriaan

Adriaan Visser
een grote man
met klein verstand
sterk uitvergroot gevoel

ons doel was verbinden
hand in hand tot de stress
ons teveel werd

we spiegelden elkaar
en zowaar in donkere momenten
wisten wij elkaar altijd
te bereiken

rondjes lopend
bijtend op je handen
samen bewegen
doorheen de drukte
in de ronde stilte

jij mijn engel
ik jouw bengel
van Lienke …

Opa Visser en de armoei

met een hondenkar
een boomgaard
vol geldbedrog
en dan ook nog
die schijnheiligheid

zwart geklede ambtsdragers
voorin de kerk
die de meid zwanger maakten
zij eruit gezet
maar het bankje
voor de HerenBoer
bleef stevig op de vloer

geldbedrog
melk met hondenkarren
verkopen en arren moede
het goede voor je leven
om het even en daar gelaten

je leven verloor een spoor
van welbevinden
na die rotgriep
die een tweeling wegriep

en Adriaan een hersenvliesontsteking
waarbij hij eeuwig mentaal beperkt werd
de tweejarige werd niet ouder in verstand
maar een lange slanke man werd

een fles melk aan je mond
stroop tegen wespen
je kinderen op het grind
kleinkinderen in kistkarren

niet te verwarren
dit menselijk bestaan
met leven
uit overleven

je wist wat je wilde
was dominant als vader
je vrouw was de enige
die naderbij kwam en zacht
de wacht bij je hart hield

 

opa visser

grote handen
bloemkolen
spruiten
aardappelen
aarbeien
Trekdam
kisten en karren

karren met aardappels
daaronder mensen, smokkel
om sterren uit de kampen
te redden en over de Kil
te zetten

een station
vervoer
soldaten
een geweer
geweld

welgeteld
één beeld
dat zich deelt
in een opstelling

geen kinderen meer
niet in deze tijd
deze wereld
maar dat geweld
de gezochte troost
bloost een achtste kind

je vindt het zwaar
haar te aanvaarden
in al die oorlogspijn

 

oma visser

de nevel begint
als het zwijgen
van opa in de oorlog
een trog ijzeren emmers
op haar schouders legt

hij zwijgt en graaft
zijn geheimen in
op de Trekdam
hij nam zijn verzet
tegen onrecht
met grote handen aan

het samengaan verschoof
hij wuift weg, het geloof
benevelt haar denken
langzaam schenken zij
haar in veertig jaren

de genade van dementionale
dood

ze goot de nevel in trage
gebaren, Adriaantje vergat de illusie
en die zwart onmogelijke conclusies

infarct

een hersenstam infarct
na tientallen Tia’s

kop in het zand
en de hand op
een telefoon waar
je zonder zien gewoon
wist dat drie keer drukken
je dochter aan de lijn bracht

in de tussentijd wachtten wij
op een antwoord van de heren
met witte jassen, die passen
en de benen nemen met misplaatste
arrogantie de kans verloren
om naar behoren
te (be)handelen

 

een hersenstam infarct
na tientallen Tia’s

foto’s aan een lichtbak
het gemak waarmee
mijn liefde de foto’s las
een boek over het brein
de kennis welke onze
vragen genas
staat nog in de kast

mama

haar hoofd
gelooft het wel
haar lever
vult gal

en zwartgallig
groen en geel
is haar aandeel
aan de weerstand

die ze niet in haar
hand en op haar tong
heeft

ze leeft onvermogen
bedrogen door wanen
bestaan

haar dagen uit mooie jurken

op zondag en strak rigide opgeschorte

planningen op elke volle werkdag

 

haar hoofd
geloofd het niet
haar leven
spuugt gal

 

en toen

een gedachte
dikke tranen
duizend dingen
flitsen langs
een open netvlies

 

generaties
hersenletsel
en relatie wanhoop
her en der
voorkomend

 

dementie
tiá s
hersenbeschadiging
autisme
hormonale verstoringen
migraine
levenspijnen

 

ze boren gaten in relaties
doen je mensen
aan het leven verliezen
zij kiezen dan
voor een ander verloop

 

en verwijzen via jou naar de puinhoop
die de omgeving in hun ogen maakt
terwijl ze boosaardig en kwaadaardig
hun gram op jouw nek forceren

 

zo jongleren gedachten
herinneringen en inzichten
hun gewicht
in een waanzinnige nacht

Ronald

we kennen je niet
uit je leven van toen
ja je neef kent je
uit je kindertijd

je hebt geleden
gebeden, gestreden

… bent overgegaan
we staan langs de rand
reiken handen naar hen
die achterblijven

bij leven verbonden op afstand
in het hiernamaals dansen wij

tezamen rond het feestmaal
dat voor allemaal
gereed staat

ga in liefde en vrede
verder als levende ziel
verbonden met onze dagen

vol de herinneringen

9 K’at of Hagedis

warm je aan de steen
die in de zon achter
de olijf boom ligt

zacht straalt zij haar
zoete kracht en wacht
op een mens die weet

zij die weet vergeet

nimmer meer en eer

nog status, tellen nog

 

de ijsschots en oertijd

spreken het hart aan

wachten op ommekeer

Geertje

waar geiten kazen
pannenkoeken vullen
of uitsmijters dragen

waar diep belegen smaken
gaatjes in woorden hullen
smaken de man raken

daar zij informatie delen
droge kelen smeren
met boerengeluk

aan een tafel uit een stuk
aan het water, tussen hanen
die zich koning wanen

zit daar een broerder op kop
heren langszij met daarbinnen
een dame in het paars

een gebroken laars
glasscherven vol dromen
vergaan in boeken

zij delen geluk met dromen
uit een enkel stuk verlangen
naar een liefdevolle wereld

 

https://hetgeertje.nl/

helpuntjes

als je bij
alles wat je zegt en denkt een mens
op zijn wenken bedient

voorziend als hij is
weet dit mensenmonster zeker
dat wij naar de hel gaan

 

we bestaan al zestien maanden
niet als aanvaardbare
levende wezens
we denken en leven verkeerd

 

het is onze schuld
dat hij ons omhuld
met hel en verdoemenis
wij zijn het die ons
vergissen als we
in liefde en waarheid
willen leven
en onze eigen keuzes
maken
hij geeft ons opdracht
te stoppen met vragen stellen
en verwijt ons dominantie
en hellevuur

hij blijft ons wraken
wij die afsplitsing veroorzaken
waar hij kiest
om ons niet te zien
of te spreken
hij kan
slechts bidden
uit liefde
dat wij toch echt

naar de hemel gaan
en de hel aan ons voorbij gaat
bij alles wat we noemen
een helpuntje erbij
hij praat niet met ons
want wij zijn zijn tijd
niet waard

want hij is in de HERE

God vergeef hem, hij weet niet wat hij doet

7 Tz’i of alot

waar god
ons het leven gaf
en de zon
het leven warmt
dat geschapen is
met één woord

 

waar afgoden
het leven nemen
en zij de zon
kopiëren in zwart
vele kinderen
geofferd worden
bloed gedronken

als voeding van Moloch
kerkelijk symbool
gegeven, als de kopieën
van een oud wetend geloof
waar liefde en verbinding
leven wilden weven

ik herroep de programma’s
wis duizend harde schuiven
verbreek verbanden

hef mijn handen
naar de hemel
met mijn voeten op
de aarde …

bodemrecht

allodiaal recht
met slechts
de zon en mens
op een stukje aarde
geen grond bezit
bodem gebruik
mineralen
schone lucht
water en het vuur
dat door de ether

en het zijn beweegt

 

in bewust zijn
met alles
dat  is en komt
krommen mensen
onder het juk

tot ze het stuk slaan
en er voor gaan …

Zelfschenking II

Zo jij de eenzaamheid
en het stille gemis
tot donkere zware energie
in je leven opneemt en doorslaat

zo jij hunkert naar die
ene arm die onvoorwaardelijk
jouw verdichting mee beleeft
en omgeeft met stralen zon

zo omarmen wij samen
het dicht diepe duister
dat ons wezen nog kan vullen
omhullen dit met zachte
aanvaarding
in dit ontmoeten
groeten wij de aspecten
maken slingers
van rozenkwarts
die ons hart verbinden

met scheppende
lichte liefde
die ons wil doordrenken
eindeloos zuiver
blijft schenken
ons met open armen
onder de waterval zuivert
en wil verwarmen

Zelfschenking

lichte wiegende wolken
met gouden stralen doorheen
het hemeldek wekken ons

op zaterdag en het mag traag
het landen op oerlijk koude grond
tot in een ademronde schoonheid

zij wekken op en roepen tot leven
wij omgeven ons met licht
ons gezicht naar de zon

om de kracht die wacht in het niets
tot iets  zuivers te scheppen …

 

Lief leven wat wil jij doorgeven?

Wat voor schoonheid breng jij ons?

Mens, wat is jouw geschenk aan het geheel?

 

We schenken talenten in overvloed …

doen wat de dagen ons vragen …

dienstbaar leiderschap en de tijd …

en adem geschonken aan de dag …

Dialoog

HIJ
je hebt dit en dat gezegd
en ik heb je steeds voorzegd
dat ik je jouw weg laat
en je niet meer welkom bent
je sterft in eenzaamheid
als jij je niet inkeert
kom terug, dat gebied ik je
ik hou van je en verban je
je gaat naar de hel
en ik vel biddend een oordeel
heel je door gedwongen
voorbede, want ook al wil je
dit niet
ik weet en ben wijs

 

ZIJ
ik heb je altijd voorgeleefd
na mijn herstel en heling
dat herverdeling van gaven
delen van verhalen, samen leven
omgeven is van aanvaarden
en verschillen eren
leren van elkaar
er zijn in vreugde en pijn
elke keer dat jij mij naar de hel denkt
bid en bid en bid
in wanhoop willen redden
spiegelt het terug op jou
spijtig
ik gun je zo je vrede

HIJ
Ik zie dat het jullie niet goed gaat
dat je naar de hel gaat en meer
omdat mijn gebed  terugkomt
alle verbanning heb jij aan jezelf te danken
ik zeg je, bekeer je …
Ik zie je speelsheid en creativiteit niet meer

ZIJ
ik hoef niet gered
ik hoef geen gebed
ik hoef geen ggd melding
uit zorg om mijn welzijn
slechts jouw telefoontje
hoe het gaat
slechts jouw nabijheid
desnoods in stilte
als enige gezinslid
van mijn kindertijd
nog zo gezegd
in leven …

dat je de speelsheid
en creativiteit niet ziet
is omdat je ons in de hel
zet

alles wat creatief is
een helpunt geeft

 

HIJ
Ik zeg je
stop en bekeer je
je spullen krijg je niet terug
het is maar materie

 

 

 

 

4 Imox

waar ik jou nog
in leven hou
breng je dood
in elke dag

als het aan mij lag
zou het anders gaan
toch blijf je staan
in jouw projecties

die verdeel en heers
onbeheerst doen
voortleven
geef mij liefde

en laat zien
wat liefde is
in Christus tijd
en begraaf

je wapens
in het zand
van het land
dat dodenakker heet

woensdag

op een dag
in het midden
van een week

kijk ik met zachte
dankbaarheid
naar de dagen

voor en na mijn ritten
er zitten gouden momenten

zilte tranen banen zich
wegen door mijn hart
het verharde weerhouden

van verbondenheid door duister
luistert naar geen ander woord
dan STOP

met liefde
omhels ik zacht
het kind dat

diep van binnen
op ons wacht
lichte zeggingskracht