vormen draaien
geven ons hoop
we gaan op de loop
voor de woeste
wilde winden
en zij voor ons
Anja Tekelenburg
we staan hier
dansen
draaien
maaien
de korrels
hoop voor
onze voeten
weg en zaaien
de bloemen
en vormen
voor morgen
we zingen
springen
bewegen
op ritmes
en klanken
zingen
Houtense duiven
van ronde
daken
we staan hier
genieten
gieten
inspiratie
over het plein
zijn zomerzot
blij
en dansen
draaien
schilderen
zwaaien
wij doen
wat ons leven
zin geeft
daar waar het helen
wil beschermen
zich wil ontfermen
over het mindere
in het grote niets …
Mantelzorg event
een vooralsnog onbekend
gegeven, overladen
met vooruitglijdend afscheid
een tijd van komen en gaan
van bestuurders en hulpverleners
voor gezinnen vol zorg niet:
het leven blijft bestaan
en voortgaan in zorgen
in grote en kleine zaken
je zult maar chronisch dagelijks
full-time moeten zorgen voor een geliefde
waarbij het soms te veel is
je vraag om hulp nergens in past
je behoefte niet in het plaatje van
het zoveelste protocol te voegen is
dit kan gaan over het bestaan
van vrager en ontvanger of over beide
en het systeem legt een claim …
als vele vrouwen
en duizend mannen
de aarde heel kussen
branden blussen die
eeuwenlang woekeren
in het overal en nergens
geïnstalleerde vergeten
dat dominant
de randen van
echt leven dood
dromen de kinderen
van een ongehinderd
leven in ontplooiing
vol bezielde inspiratie
Zonen zijn mijn
eigendom
geboren
uit mijn lijf.
Blijf bij mij
bespaar ons
schoonouwelui.
Jij bent van mij
vrij zul je zijn
bij sterven.
Zwijg als ik
je weggeef, uitleen
en weer op-eis.
Zwijg bij pijn
slik je tranen in
doe wat ik je zeg
en leg jezelf af
voorbij mijn graf
zal ik je besturen.
Desnoods huren wij
de zeven generaties
voor en na mij in …
Dit is het gewin voor
mijn minderwaardig
gevoel van eigenwaarde.
Jij evenaarde het recht
dat slechts jij het mijne
bent bij geboorte …
Hou je van ons
als we het niet zien
niet meer weten
hou je van ons
als we ongelovig
wegkijken van wat
ooit waar was …
(gebed)
laat me leven
en omgeef mij
met stralende
zielen
knielen wij voor
een kleine rups
die nog vrij loopt
op Aarde
tot cocon
en vlindertijd
waar wij zweven en uit gedachten
levens weven, boven alle fysieke nonsens
consequent de liefde zoeken met
hoofd, hart en handen
daar zweven wij en weven levens
helen bedachtzaam alle namen uit weleer
en overmorgen, opdat zorgen
over, voor gaat schrijven …
dan stap je de tuin in, om spinazie, sla en kruiden te oogsten
en zie je kleine druppels broodnodige regen …
het mag meer, zacht, teder raken de druppels de plaatsen waar ze vallen…
… zo zoet wil ik het zien en ervaren …
op zachte grond
regendruppels
op lentebloemen
noemen wij leven
gegeven
om niet
regen druppelt
verdampt dan weer
en jongleert
met haarp signalen
we herhalen
atlantis
en verder
in de armen
van een iris
wandelt de blik
van het oog
naar dat ene
centrum
vol scheppingskracht
het is niet dat iets gekmakend is
of rakend in het midden van een hart
dat verward is en zoekt naar waarheid
in het hoofd de wijsheid vergeten
graankorrels bewaard in het diepste
van het bestaan, staan op springen
Het is de laagste tijd
om in het bovenste gelid
dit recht te doen herleven
dat allodiale
en de natuurwetten
door de Schepper gegeven
waaruit alles is geweven
duisternis mag wijken
we kijken hier als
meiregen
naar uit …
dat stille
de stilte
wil spreken
in ons hart
Laat het maar los
lieve grijze wolken
de planten smachten
naar water
Kom
en aan de weergoden
die verboden uitschrijven
om hun zin te krijgen
zeggen wij
Stop
waar het kleine
dagelijkse komt
sommen we dromen
en harten vol liefde
op
en
delen uit …
omdat dromen
voor een betere
toekomst
altijd is
zal zijn
disinformatie
sensatie
confrontatie
illustratie
bewegingen
rondom de bron
liefde en wijsheid
door tijden heen
hoe neutraal
het allemaal lijkt
kijk uit en naar binnen
zo bezinnen wij ons op
de logica van iets
dat uit niets blijkt
zacht de lente
hard de zon
daar begon zichtbaar
een ingrijpen dat niet
naar natuurlijke wetten
– Natural law –
is
zacht de harten
van zij die
weet, recalcitrant heet
een doorvragen en licht
voelen naar dieper weten
– Natural law –
is
Droom je banden los
het net haalt de vis in
begin uit het midden
tot in je hart
We schrijven 2008 – 2009
Gerard en ik komen elkaar
regelmatig tegen in kerkelijk
verband en naderhand ook
in de zogeheten raadszaal
hij als CDA-politicus
wij als sociaal maatschappelijk
voorvechters
echter, als het gaat
om menselijke waarden
vanuit geheel andere dossiers
blijkt op een terras
in raadsgesprekken over politiek
hoe uniek
-zo weet ik achteraf-
Gerard in eerlijkheid, integriteit
en gevoel voor rechtvaardigheid
beweegt.
We schrijven 2010
In een zaaltje bij de Engel
Groenlinks en ITH uitgesloten
van college overleg
achterkamertjespolitiek en muziek
van gekonkel, kronkelt dramtisch
door de Engelenzaal.
De drama queen gaat helemaal los
iets in mij wordt daar ballorig
schiet -ongepast- hard in de lach
Gerard aan de andere kant
van de zaal
pakt het op
grinnikt mee
wij twee
ontkrachten hiermee
even het toneelspel.
We schrijven verkiezingen 2014 en 2018
Vooroordelen van collega raadsleden
burgemeester en wethouders
blijven de grootste winnaar uitsluiten
van binnen en buiten vele tranen
als Gerard dan toch tussentijds vertrekt
Het nekt zijn partij [ITH] niet
zijn zoon ziet en vervolgt
Nu verbolgen ziet de orde
hoe hun wandorde, dan toch
wordt ontkracht.
Boven lacht Gerard en knipoogt vast
hij verrast Houten met gepaste trots.
Eén intentie
begrenst niets
anders dan
het leven
ons gegeven
op aarde
wat je dromen ook zijn
wat je pijn ook is
vergis je niet in de kracht
van een intentie langs
de randen van de nacht
Koffie op de bank
thee op de rode stoel
rosé op de witte bank
zoveel rode wangen
van kinderen die
moe rondhangen
tot ze mogen graven
knippen en zaaien
we maaien gras voor
de voet van bomen weg
leggen een bloementuintje
in vrijheid aan …
laat je talenten
stralend de dag
vullen en verhaal
het verleden
in ons heden
tot morgen gedragen
zorg voor jezelf
en het eigene in jou
daarmee ook de ander
dat loeder daar
die grote leugen
we nemen teugen
melk, eten bonen
roepen de kittens
roemen de Heer
nemen in gebeden
keer op keer
de dag op
stoppen kan niet
draag mij
door het leven
omgeef mij
met warmte
zij draagt mij
vraagt te staan
we gaan
er voor
zo de vrede
zo het leven
omgeven
met lichte
lente paarsen
waar lila
een ruimte
deze vinex tuin
over en weer
vervult
de norm
stormt door
de nevel
een zon
verwarmt
de aarde
traag stappen voeten over een heideveld
heet de zon die ver boven ons uitreikt
hier blijkt het leven onder te gaan in
het gemekker van de Elspeterschaapskudde
we scherpen de verbinding en verbond
aan …
die zaterdag
vroeg in de ochtend
bij het wekken van de dag
ziet zij dit leven
voor een moment
centraal gedragen
zonder vragen
vrij en open tegemoet
Het mag weer
koningsdag
en ik zag
mensen in de zon
genieten op kleedjes
bij kraampjes
krioelen door elkaar
het is eigen raar
dat gewoon menselijk gedrag
er jaren uit lag en soms elders
nog verboden is
het mag weer
koningsdag
lach nog na
die sfeer …
de wegen doorheen het leven
vegen de drama’s weg
en de zon, begint
zijn zomer …
voorouderlijnen
pijnen van weleer
keer op keer
voldaan
staan gereed
om in het hete vuur
voor lange duur
te transformeren
wie zijn leven loochent
niet leert, doch inkeert
in de grote angst
en ontkenning der liefde
klieft harde lessen
in het levensboek
Naar aanleiding van een gesproken lezing uit het boek van Enoch
migraine en later parkinson
verbittering en vastzetting
van onderdrukking uit generaties
vrouwen die niet mochten leren
slechts moesten luisteren
naar mannen en zorgen
tegen wil en dank
het slachtofferschap
in het supermarktschap
uitverkocht en opgegaan
van moeder tot dochter
en soms ook een zoon
in een zacht
simpel bewegen
bedanst de
spiraal van het leven
wegen tussen hemel
en aarde
een klein bloemetje
zoemende bijen die
voortglijden en nog
honing vinden eeuwige
levenskracht in overdracht
vol kennis en gratie
de sensatie van leven
zuivere creatie …
zacht sluipt zij
kruipt hij haar
teder de mossen
rakend tegemoet
zoete plakjes liefde
hier een mooi fiere
antilope, zij stelen
gracieus de show
waar zaden nog leven
en niet verweven zijn
met fiats en patenten
-zij kunnen zich voortplanten-
als centen leven nemen
en breinen verdommen
zij lijven verzieken
door verguld gebrek
aan levensenergie
zoeken wij naar leven
en levengevende middelen
ter vervulling van het
goddelijk schone
dat er is voor en met elkaar
op vruchtbare bodem
jij man, vrouw, kind
erfgenaam van jou
en je God gegeven leven
de aardse vader
roept moeder wakker
bij conceptie
kinderen komen en gaan
staan samen op de Aarde
bewaren nog jaren
het geheim
tot de fontanel
sluit en dogma
weldra wijsheid
verovert tot later
het zielenlied …
Een rood boekje
met aantekeningen
namen op pastel papier
negentien drieenzeventig
negentien zevenenzeventig
Canada
reizen
familie
vliegtuigpersoneel
ontmoetingen
namen en boodschappen
Hoe dierbaar, deze mensen
waarvan de meesten de Aarde
hebben verlaten …
Hoe bijzonder hoe ogen een geschenk
zijn
hoe traumatisch het negatief oordeel
toen en later
angst voor die ogen …
je haat ze
liefde voor die ogen …
zo blauw
Twee ogen achter een zonnebril
doen een tiener rillen van angst
die ogen priemen door mijn wezen
zegte ze
genezen is ze, zegt ze, van het pesten
[Maar niet van de mishandelingen
door haar nu hemelgeprezen moeder.
Alsof alles nu geprojecteerd wordt op een ander.]
-volkomen gestoord en dominant
mag je mijn levensland nimmer meer
benaderen en die van mijn vader ook niet
jij moet veranderen
je ogen sluiten
vragen stellen is verboden
jij bent de pijn en dood voor mij-
Een bloedend hart dat de verwarring
onder ogen ziet en het daar wel laat
toch kruipt bloed een leven van
ooit samen gedeeld
nog door aderen
van een veelbewogen pijn
langs een nachtgedachte
vliegen vogels de vrijheid
tegemoet
stille groeten
ontmoeten vragende harten
we starten een wandeling
langs een daggedachte
lopen langzaam de vrijheid
tegemoet
dans de cirkel
je spiraal heel
deel je geluk
talenten en breng
vreugde aan al
wat is
laat mij zacht
zoete zinnen
vullen
rul zand en handen
ineen geslagen
rondom
een lentefeest
koningskinderen
spelend
leven vol zin
leren ons zo wij
hen horen
zo je rond je vijftig jaar
de pijn van verlies van
vrienden leerde vertalen
in verhalen vol zoete
en zoute beelden
zo je later je kinderen
leerde laten in hun zijn
tot op zekere hoogte want
en los leerde laten wat
jouw droom voor hun
leven was
omdat jouw droom niet
het pad van hun leven
was
je leerde het accepteren
het overdopen van je zoon
ongewoon pijnlijk en moeilijk
je bleef je kinderen
broers, zussen en zwagers
liefhebben met een groot
hart
je hielp je klanten
waar je kon
verloor duizenden euro’s
bleef trouw aan je missie
met een creativiteit die soms
tot misverstanden heeft geleid
zo in de zorg-vuldigheid
eigen tijden weven draden
naden sluiten de jas
die ons omhult tegen weer
wind en koude
zon en hitte
in een bries over ons uit gewaaid
zaait nieuwe bloemen voor
een ander moment en kent
het geheim van creatie
de potentie
van de zielszaden
die in jou
verborgen
wachten
op de lentezon
de potentie
mag groeien en
bloeien tot
in het midden
buiten
alle chaos om
zie de zon en zaai
de groenten voor
de zomertijden
wij draaien ons om
groeten de zon en pakken
de tassen op doorreis
wij wandelen en lunchen
zoeken de prijs en nippen
aan een kopje thee
hoe groot is het sterven
dat leven ondergronds
doet gaan voor de winterkoude
hoe krachtig de zon
die het leven wekt met
zijn warem stralen die moeder
warmen in een grote omarming
vogels zingen en bloemen
bloeien vol lila geest
een grote boom
spreekt tot onze ziel
zijn oude wijze jaren
niet te evenaren
de boom
viel op en hield ons
staande
potentieel
getransformeerd
jongleren wij
met vrije
gedachten
bewegingen
en vieren
met bloesem
het weerkerende
leven
op zondag kippensoep
kinderen en kleinkinderen
op de thee en aan tafel
met water uit de eigen bron
ijskoud en ijzerhoudend gaf
het een ongekende kracht
de kinderen spelen hiernaast
tot het om samen aan tafel gaat
we bidden, eten, en de bijbel
opa leest voor en door alles heen
is er die ondergrondse spanning
tussen mijn moeder en oma
genieten van de lila kachel
later kwam ze toch naar Meerkerk
toen ik voor in de kerk
belijdenis deed …
nadien koffie in de tuin
mijn oma blij en dankbaar
zomaar wat herinneringen
aan die kleine hardwerkende
vrouw met knotje en schort
het leven hervindt
een schoonheid
die door de getijden
heen
komt en gaat en laat
ons dansen en zingen
door de getijden langs
licht
mijn gezicht in de zon
met gezang zo begon
deze heldere morgen
hier
in het warme water
spelend en duikend
met waterwezens
reizen we door tijden
glijden doorheen dromen
komen tot rust
in een traag niet weten
uit vergeten wijsheid
reizen we door ruimte en tijd
verder dan onze dromen
voorheen konden komen
op een groen eiland
handelen we en helen
de gedeelde verhalen
hertalend verzorgen
zij die weten, onze harten
en ogen
De eerste ontmoeting
na je overlijden was in tijden
waarbij het leven omgeven
werd door kleine vragen
je vroeg of ik op mijn voeding
wilde letten, het overzetten
van gist naar desem was dat wat je
bedoelde? Het voelde raar!
In de oorlog, kookte je voor je gezin
soldaten kregen zin, door de lucht
van eten over de velden en stelden
bij de voordeur dat ze wilde eten
nooit zal ik vergeten dat jij klein
en dapper als je was, als leeuwin
op ’t Leeuwendijk je kinderen boven
alles stelde en ongeveer zei:
Dit is voor mijn kinderen, kom later terug
wat over is, mag je hebben!
Dit soort verhalen over kracht
en zorgen voor je nageslacht
glimlachen na in mij …
weef mij in de moederschoot
adem en blaas het leven in
mijn stoffelijke tempel
stempel niet elke stap
geen QR- of paspoortplicht
lief wezen deel de vreugde
van de creatiekracht van de Schepper
dank voor al het leven dat ons
liefdevol en rijk wil omgeven
weef mij in de moederschoot
adem en blaast het leven door
mijn hart en ziel en schoon
mij op
als deze waanzien
top tijden draait
maaien de hemelen
archonten voor
de voeten van de
levenden weg
geen uitleg nodig
overbodig zijn zij
voor humanoïden
ziendend mengen zij
hun doorgedraaide wrok
met slangengif
zevenblad
het is me wat
wat woekert dat
het zit me jaren
dwars
maar wat als
deze groene groente
gewoon te eten is?
het licht
zwicht niet
in gevecht
met duister
verlicht
en ontdoet
de krachten
van massa
ze komen en gaan
de heren van de nacht
in de tuin wacht
de lente van het leven
zacht waait de lentewind
vindt een kind onder de boom
een stroom dromen beneemt
de wind zijn adem
vurig neemt de kraai een takje
brak een stukje af en gaf het
aan het dromende meisje
het grijs kleurt groen
De meester staat voor de klas
en geeft aan dat het waar is
wat gebroken glas was, is nu
goud gerande heraldiek
de prediker vertelt het volk
dat de wolk straling bevat
het water super schoon en zuiver
is, ook als
vissen dood boven drijven
alles rot en dood ademt
neuzen zijn in onbruik, de kruik
is gebarsten, zwart is wit en
groen is rood, uitvergroot
de verschillen waar velen hielen likken
zich aan de tong van een straathond laven
die vol luizen, lege huizen afgaat
op zoek naar resten van leven
dat zichzelf heeft opgeheven en de
dood zingt zijn triomph
Waar je ook kijkt, leiders prijken
met hun eigen gelijk en spinnen garen
bij een angstig getrainde mensenmassa
was het maar Vrede
maar nee, het zwaard in de schede
heet psy-op en brengt een genocide
teweeg …
tenzij … en ieder zegt volg mij
waar je het wezen van God verliest in de wanen
van bestaande leiders zonder ziel
hij daalt zacht af en heft zijn zwaart
zij wandelt tredzeker en heft haar staf
samen heffen zij hun armen en zingen
een levens-lijf-lied je ziet het komen
dat enige licht dat heel uit delen van liefde …
je startte de verbouw
van Leeuwendijk en kijkt
tevreden naar het heden
in het jaar dat je toen
ja zei tegen Maria Benjamina
Samen een boerderij langs
het spoor
met koeien, paarden, varkens
water uit je eigen bron
het kon niet op tot de crisis
en oorlog de bommen
om je oren lieten vliegen
de last van de kinderen en dogma’s
waarbij je tegen jouw passie in
een begin maakte aan een droom
die met de oorlogsstroom
in depressie geraakte
Een glinstering
op het water
waar zon verwarmt
traag bloemen laat
groeien en blad ontvouwen
we brouwen genoegzaam
modder en water tot
een stap naar voren
waarbij we van alles
achter laten
bepraten wat ons
raakt en vragen oproept
vuur smelt sneeuw en hagel
verzorgt een warme jas
maar in de pas lopen
doen we nimmer
mijn adviseur
een heler
die fluistert
diep in mij
ons
zachte signalen
gezongen in de wind
soms door mensen
aangedragen
vragen blijvenkomen
en antwoorden zingen
of stormen
al naar gelang
bewaar de leugens in fictie en illusie
breek het hoofd over diep verborgen feiten
verwijten hebben geen zin, want gisteren
stond ik zelf ook aan die andere zijde
deze tijden brengen zaken aan het licht die
eeuwen in het duister ondergronds waren
zij bewaren het liefst de feiten en volgen
ideeën en veronderstellingen als werkelijkheid
we hebben geen tijd meer
leven en lieven liever echt
naar de Goddelijke en natuurlijk wegen
tegen eeuwenoude wanorde en volgorde
die zich tegen ons heeft gekeerd
wordt ons nog geleerd hoe het ook kan?
Vrouwen en mannen worden
er wel recalcitrant van tot het spel
ook hier kanten kousen en witte jurken
om een dansend ritme vouwen
neem mij mee
en omarm
mij met je vleugels
sla je klauwen
in de boom en stroom
mee op thermiek
als we samen zweven
door het leven en schouwen
waar we gaan bouwen
in weer en wind
regen en hagel
gaan wij
erop uit
sluiten leven
en bewegen mee
met zuivere
en gemanipuleerde
natuurverschijnselen
in weer en wind
regen en hagel
treffen wij
van harte
als kind wordt
hij geleend
aan een kinderloze
oom en tante
naar het Leeuwendijk
dan is het avontuurlijke
afstaan voorbij
en moet opa terug
naar het ouderlijk huis
thuiskomen ?
in mijn dromen
is de ongein en pijn
al geland in dna
ga maar na
dat gejojo
met een kind
dan met al je broers bij ma
mag je niet huwen
je moeder moet gruwen
bij het gedoe en gedrang
van zonen met vrouwen
en kinderen
bij leven te verhinderen
maar dan …
zacht ademen
de leden een tocht
adem uit de hemel
geschonken gelijk
water
later
wandelen de mannen
en vrouwen naar binnen
wijsheid uit de hemel
gegeven geschenk
zo vader zo zoon
maar ongewoon
anders daar vader
zijn familie bleef zien
en respecteren
kop in het zand
niet willen dat je naasten
weten wat er gaande is
laat je hen ongewis
net als jezelf
de zoon verliest decorum
als het gaat om respect
voor het gezin van herkomst
de opkomst van verloren
verbanden, waar het hoofd
het hart verstoot
dat is het groot verlies bij Tia’s
als er dan godsdienstwaan ontstaat
gaat een gesprek verloren
in dogmatiek
mystiek kan dogmatiek nog zien
omgekeerd is schier onmogelijk
daar komt systemische pijn
als azijn
een wond van vele vrouwen
we verduren en transformeren
stap voor stap
Adriaan Visser
een grote man
met klein verstand
sterk uitvergroot gevoel
ons doel was verbinden
hand in hand tot de stress
ons teveel werd
we spiegelden elkaar
en zowaar in donkere momenten
wisten wij elkaar altijd
te bereiken
rondjes lopend
bijtend op je handen
samen bewegen
doorheen de drukte
in de ronde stilte
jij mijn engel
ik jouw bengel
van Lienke …
met een hondenkar
een boomgaard
vol geldbedrog
en dan ook nog
die schijnheiligheid
zwart geklede ambtsdragers
voorin de kerk
die de meid zwanger maakten
zij eruit gezet
maar het bankje
voor de HerenBoer
bleef stevig op de vloer
geldbedrog
melk met hondenkarren
verkopen en arren moede
het goede voor je leven
om het even en daar gelaten
je leven verloor een spoor
van welbevinden
na die rotgriep
die een tweeling wegriep
en Adriaan een hersenvliesontsteking
waarbij hij eeuwig mentaal beperkt werd
de tweejarige werd niet ouder in verstand
maar een lange slanke man werd
een fles melk aan je mond
stroop tegen wespen
je kinderen op het grind
kleinkinderen in kistkarren
niet te verwarren
dit menselijk bestaan
met leven
uit overleven
je wist wat je wilde
was dominant als vader
je vrouw was de enige
die naderbij kwam en zacht
de wacht bij je hart hield
grote handen
bloemkolen
spruiten
aardappelen
aarbeien
Trekdam
kisten en karren
karren met aardappels
daaronder mensen, smokkel
om sterren uit de kampen
te redden en over de Kil
te zetten
een station
vervoer
soldaten
een geweer
geweld
welgeteld
één beeld
dat zich deelt
in een opstelling
geen kinderen meer
niet in deze tijd
deze wereld
maar dat geweld
de gezochte troost
bloost een achtste kind
je vindt het zwaar
haar te aanvaarden
in al die oorlogspijn
de nevel begint
als het zwijgen
van opa in de oorlog
een trog ijzeren emmers
op haar schouders legt
hij zwijgt en graaft
zijn geheimen in
op de Trekdam
hij nam zijn verzet
tegen onrecht
met grote handen aan
het samengaan verschoof
hij wuift weg, het geloof
benevelt haar denken
langzaam schenken zij
haar in veertig jaren
de genade van dementionale
dood
ze goot de nevel in trage
gebaren, Adriaantje vergat de illusie
en die zwart onmogelijke conclusies
geweven relaties
tussen zielen
bewustzijn en
de pijn van zijn
uit duizenden jaren
slavernij
we zijn vrij
krijgen het niet
je ziet de ogen
schitteren
vol liefde en
verlangen
een hersenstam infarct
na tientallen Tia’s
kop in het zand
en de hand op
een telefoon waar
je zonder zien gewoon
wist dat drie keer drukken
je dochter aan de lijn bracht
in de tussentijd wachtten wij
op een antwoord van de heren
met witte jassen, die passen
en de benen nemen met misplaatste
arrogantie de kans verloren
om naar behoren
te (be)handelen
een hersenstam infarct
na tientallen Tia’s
foto’s aan een lichtbak
het gemak waarmee
mijn liefde de foto’s las
een boek over het brein
de kennis welke onze
vragen genas
staat nog in de kast
wat krom is
wordt op-recht
gezegd waar
liefde landt
opent een hand
haar hart en start
op-nieuw een
leven daar
waar het wil
komen bij
ons mensen
op aarde
ze valt
dikke knie
wie weet
dan wat het
probleem is
verharde dik
verdiepte
woede en
later wanen
maken het bestaan
tot een orkaan
van onvermogen
bedrogen geloofswaan
die haar bestaan
met uren preekbellen
nog enig taal gaven
tot ook dat niet meer
ging
haar hoofd
gelooft het wel
haar lever
vult gal
en zwartgallig
groen en geel
is haar aandeel
aan de weerstand
die ze niet in haar
hand en op haar tong
heeft
ze leeft onvermogen
bedrogen door wanen
bestaan
haar dagen uit mooie jurken
op zondag en strak rigide opgeschorte
planningen op elke volle werkdag
haar hoofd
geloofd het niet
haar leven
spuugt gal
een gedachte
dikke tranen
duizend dingen
flitsen langs
een open netvlies
generaties
hersenletsel
en relatie wanhoop
her en der
voorkomend
dementie
tiá s
hersenbeschadiging
autisme
hormonale verstoringen
migraine
levenspijnen
ze boren gaten in relaties
doen je mensen
aan het leven verliezen
zij kiezen dan
voor een ander verloop
en verwijzen via jou naar de puinhoop
die de omgeving in hun ogen maakt
terwijl ze boosaardig en kwaadaardig
hun gram op jouw nek forceren
zo jongleren gedachten
herinneringen en inzichten
hun gewicht
in een waanzinnige nacht
overvloed aan licht
liefde en afscheid
leiden tot een zachte
hand
op een schouder
ga in vrede jullie
waar je zoon
man, vader en oom
voor ons te jong ging
we baden ons in zoete
herinneringen en huilen
tranen
wees zacht
en sterk
brul niet
om jouw
wil aan de ander
op te leggen
sta goed
en leer
te delen
in liefde
de voorouders
ouders met schouders
gestapeld
in een toren
van Babel
samen bewegen
wij en vegen
straatjes schoon
voor de huisdeur
geur vol melk
we kennen je niet
uit je leven van toen
ja je neef kent je
uit je kindertijd
je hebt geleden
gebeden, gestreden
… bent overgegaan
we staan langs de rand
reiken handen naar hen
die achterblijven
bij leven verbonden op afstand
in het hiernamaals dansen wij
tezamen rond het feestmaal
dat voor allemaal
gereed staat
ga in liefde en vrede
verder als levende ziel
verbonden met onze dagen
vol de herinneringen
warm je aan de steen
die in de zon achter
de olijf boom ligt
zacht straalt zij haar
zoete kracht en wacht
op een mens die weet
zij die weet vergeet
nimmer meer en eer
nog status, tellen nog
de ijsschots en oertijd
spreken het hart aan
wachten op ommekeer
bewerk mijn
draden
tot een snoer
dat schoonheid
ervaart en
bewaart in licht
hef mijn gezicht
naar boven en schouw
de bodem en zie
nieuw leven
op de top
van een berg
groeten wij
de dagenraad
zij staat
paraat op haar
natuurlijke moment
kent geen slavenklok
waai onder de vliegende witte bloesem
mijn dromen de lente zon in
tot in de hemel hoog heilig heffend
voeg verlangend armen rondom de verre zon
een wilde waanzin
spettert gedachten
en dromen doorheen
een etherisch venster
gericht op een fractie
van het geheel
er valt ons schoonheid
ten deel indien wij zien
waar de lente haar
geschenken in lover
voor ogen tovert
waar licht en morgensterren
van verre zichtbaar worden
storten we ons in een nieuwe dag
het mag wat worden
is al van ongekende schoonheid
in overvloedig lente leven
o de onrust
in de ether
breed uitmeet
vergeten wij
de oorlog
en dansen
in de zon
wij vrouwen
van de wereld
besneeuwd
met roze bloemen
om mij heen
een zachte wind
kinderen spelen
in het donker
leren fietsen met
elkaar, zomaar
een kado aan
een kwetsbaar kind
waar ouderlijk onvermogen
gecompenseerd wordt
in de kleine dapperstraat
zo gaat dat hier