Wij boeken in een bouwval
vallen van ellende van het rek
we trekken alle registers open
sluiten regendruppels op ons
schaarse blad, niet meer buiten.
Wij potscherven uit de kerstening
en nog ouder, hier ondergronds gevonden
liefdevol gesorteerd, ontberen
enige ruimte geschikt voor de kinderen
van morgen, opdat zij ongehinderd
hun verleden kunnen bestuderen
leren van de het verhaal dat in duizend
talen door onverschilligheid verdaan
met een bestaan zonder toekomst:
Wij zoeken asiel.
In Vianen vechten een bibliotheek
en museale stukken zich een slag
in de rondte om de grond te benutten:
Wij zoeken de beschutting
in de Vrijstad Vianen.
Het wiel in Houten is vastgelopen
in appels en peren, de heren
en dames doen nu alles
om boeken, erfgoed en lokaal geheugen
veilig onder te brengen
voor de kinderen van morgen.
Heren en dames van het lokaal bestuur
geef ons toch hier in Houten een plaats
zodat de Heeren van Vianen hun vrijstad
en vrijstaat ons niet inlaten
en alsnog ons mooie Houten verslaan.