De overgang
dag en nacht
die stralen
van een zomerzon
over het balkon
van de schaduwrijken
kijken mij
wild en woest aan
in het opstaan
vergaan de wilden
daar de zon hen
pijnlijk raakt
De overgang
dag en nacht
die stralen
van een zomerzon
over het balkon
van de schaduwrijken
kijken mij
wild en woest aan
in het opstaan
vergaan de wilden
daar de zon hen
pijnlijk raakt
waai zacht
zonlicht in
mijn haren
straal mij warm
waar de wereld
zo hard en koud
waai zacht
het frisse groen
als glitter
en slingers
voor onze dag
samen in
het leven
geroepen door
de Grote Geest
In het licht
van een zomerdag
mag het iets
meer uit minder
hout gesneden
brood met kaas
zijn
Wortels en Willy Wortel
vangen bot en fluiten
de vogels hun liefdeslied
je ziet
ze vluchten voor
een buizerd
en vis waakt
bij een reiger …
Grensgevallen
waar onduidelijk is
op welk grondgebied
je nu echt ben
of is het simpelweg
de aarde
met haar bomen
en bloemen
die vogels huisvesten …
Een terras
dat open was
kopje koffie
cappuccino
met een stukje
lemon-merinque taart
dat zacht zoete
met het frisse van
citroen op een
verend bed van cake
die doorweekt is
met zoete zaligheid
zacht gebakken eiwit
zit doorlopend op
de cake
zuiverder dan slagroom
die lactose rijk
te kijk gezet wordt
bij dat laagje eiwit
dat zacht op de top zit
en ons verlangen
naar de zomer vult
op een terras
dat open was
Rons’ gebakken banaan
als zoete kracht geboren
geschapen ter laving
van de smaakpapillen
dat harde in het zachte
culmineert duizendvoudig
warmt mijn mond
de maag
vraagt om meer